Ontdek welke denkfout we massaal maken rondom vertrouwen.
Vertrouwen is een essentieel onderdeel van onze menselijke natuur. Ze ontstaat door onze sociale aard. Vanaf de geboorte zijn we geprogrammeerd om sociale verbindingen te maken, wat zich uit in onze reacties op verzorgers.
Relatief gezien komt een mensenjong veel te vroeg ter wereld. Bijna alle zoogdieren kunnen gelijk staan of zwemmen en redelijk voor zichzelf zorgen.
Maar wij niet.
Wij komen volledig hulpeloos de aarde op en moeten dus direct vertrouwen op verzorgers. Binnen één uur na de geboorte zal een menselijke baby haar hoofd naar achteren trekken om in de ogen en het gezicht van de persoon die naar haar staart te kijken. Dit vertrouwen is evolutie-technisch gezien logisch, aangezien de voedende kwaliteiten en goedaardige sociale banden onze hersenontwikkeling bevorderen en bijdroegen aan ons overleven als soort.
Maar waar vertrouw je op? En hier zie ik heel veel ‘verkeerd’ vertrouwen.
We proberen te vertrouwen in de ander of in de omstandigheden. En misschien is dat wel een onderdeel… maar niet het ultieme vertrouwen.
Als iemand die eerder bedrogen is door een vroegere geliefde nu probeert zijn huidige vlam wel weer te vertrouwen. Dat is lastig. En, sterker nog, dat is niet hoe vertrouwen werkt. Vertrouwen zit anders in elkaar.
De mooiste vergelijking die ik ken waarmee ik duidelijk kan maken hoe vertrouwen werkt is door de vogel die op een takje zit.
Vertrouwt de vogel op de tak? Probeert ze na te gaan of de tak niet plots toch zal breken? Overpeinst ze of ze niet te vroeg al op deze tak heeft plaatsgenomen? Is de tak sterk genoeg?
Nee.
De vogel vertrouwt op haar vleugels. Mocht de tak breken, dan weet ze dat ze niet te pletter valt… want dan spreidt ze haar vleugels en vliegt.
Zo is het voor ons mensen ook slim om ons vertrouwen daar te stoppen waar het hoort: in onszelf.
De bedrogen man zou zijn vertrouwen kunnen richten op de vraag: mocht deze nieuwe vlam vreemdgaan, kan ik dat dan aan? Natuurlijk zal het pijn doen, maar ben ik sterk genoeg om na de pijn weer door te leven?
Hij kan zich zelfs afvragen: welke akelige shit heb ik al doorstaan? Dus als er weer iets vreselijks gebeurt, denk ik dan dat ik dat te boven kan komen?
Voor het geval je de tegenwerping op voelt komen: Moet ik dan iedereen maar vertrouwen?! Natuurlijk niet. Je moet niet vertrouwen op iemand die zegt dat hij zich waarschijnlijk niet aan zijn woord houdt. Dat is logisch.
Maar ga eens op zoek naar de tak en je vleugels. Waar probeer je op te vertrouwen? Bij je deelnemers of de mensen die je leidinggeeft zit het net zo. Probeer te ontdekken of de ander je vertrouwen waard is, is niet je verstandigste pad. Schenk vertrouwen als je je vleugels vertrouwd.
Trust your wings!
Jeanne