Maak gebruik van het juiste brein - My Brain Your Brain

Je kent het vast: je legt iets uit aan een collega, je denkt dat het duidelijk is, en dan… gebeurt het toch niet zoals je hoopte. Of je krijgt die beruchte zin terug: “Oh, maar dat wist ik niet.” Zucht.

Of je nou iemand inwerkt, iets overdraagt of een team aanstuurt: er is één centrale vraag die je jezelf altijd moet stellen: moet ík dit doen, of moet jij dit doen?
Welkom bij de briljante breinvraag: MyBrainYourBrain.

Wie zet welk brein aan?
Het zit zo. Ons brein is lui. En da’s niet erg – dat is evolutionair efficiënt. Maar als jij alles blijft voorkauwen, blijft uitleggen en blijft beslissen, dan denkt het brein van die ander: top, ik hoef niks te doen. En jij? Jij raakt gefrustreerd.

De oplossing: beslis bewust welk brein er aan moet staan. Als iemand iets nog niet kan, dan moet jij je brein gebruiken (MyBrain). Maar als iemand het wél zou moeten kunnen, dan is het tijd om hun brein te activeren (YourBrain).

Dat doe je met vragen als:

• “Wat zou jij nu doen?”
• “Wat heb je nodig om dit goed te doen?”
• “Wat is volgens jou de volgende stap?”

En als daar geen zinnig antwoord op komt? Dan weet je: het is (nog) MyBrain-tijd. En dan moet je het goed doen. Dat betekent: niet gewoon uitleggen en weglopen, maar drie slimme stappen zetten.

MyBrain werkt in drie stappen: Brain, Eyes, Hands

1. Brain – Eerst snappen waarom
Stop informatie in het brein van de ander. Maar dan écht. Niet alleen wat ze moeten doen, maar waarom het belangrijk is.

Voorbeelden:

• “Als je dit veld niet invult, moet het later handmatig hersteld worden. Dat kost veel tijd.”
• “We doen het zo, omdat het anders niet door het systeem komt bij de Belastingdienst.”
• “Als dit fout gaat, is de klant straks onterecht geblokkeerd.”

2. Eyes – Laat het zien
Geef een goede demo. Laat zien hoe jij het doet, en vertel wat vaak misgaat.
In een winkel: “Veel mensen scannen alleen deze code, maar dan klopt de korting niet.”
Op kantoor: “De meeste mensen klikken hier, maar daardoor mis je de melding.”

3. Hands – Laat het doen
Laat de ander het zelf uitvoeren. En blijf erbij. Niet om te controleren, maar om te begeleiden. En als het fout dreigt te gaan, stel dan een vraag:

• “Wat zie je nu gebeuren?”
• “Wat denk je dat de volgende stap is?”

Geef ruimte om te oefenen én om te falen, maar wees ook beschikbaar. Zo leert het brein het snelst.

En nu jij
Kies één moment deze week waarop je iets uitlegt of overdraagt.
Stel jezelf de vraag: is dit MyBrain of YourBrain?

• Is het YourBrain? → stel een goede brein-vraag.
• Is het MyBrain? → neem je verantwoordelijkheid en volg de stappen: Brain, Eyes, Hands.

Je zult zien: minder herhaling, minder frustratie… en een veel actiever brein aan de overkant.